dinsdag 20 november 2012

Indexsprong: Over de hond die zijn staart achterna holde


Al enkele maanden wijzen de vakbonden erop dat Europese besparingsdrift ons ‘oude’ continent in een recessie zou duwen. We hebben jammer genoeg gelijk gekregen.

Economieën als Spanje, Portugal, Griekenland of Italië spartelen als een vis op het droge. Ja, die landen moeten hun staatsfinanciën op orde houden, maar als we nu één les geleerd hebben, is dat je niet bespaart terwijl de wereldeconomie in een recessie verkeert.

Stijgende staatsschulden

De besparingen hebben het omgekeerde effect dan datgene wat ze beogen: in plaats van dalende, zien we ze stijgende staatsschulden. En neen, diegenen die stellen dat die recessie aan diezelfde overheidsfinanciën te danken is, dwalen. Remember Lehmann, AIG, Fanny Mae, Freddy Mac, Northern Rock, Fortis, … de lijst is eindeloos en spreekt voor zich.

Het enige dat de Belgische economie momenteel op de been houdt (lees: een nulgroei) zijn de bestedingen van de huishoudens. Moesten alle gezinnen de vinger iets meer op de knip houden, dan zouden we opnieuw het label ‘recessie’ kunnen bovenhalen voor onze economie.

Wie op dat ogenblik pleit voor koopkrachtvermindering – in de vorm van een indexsprong – lijkt niet te beseffen welk pad hij onze economie op wil sturen. “Maar onze ondernemingen hebben een verlaging van de loonkosten nodig om terug competitief te worden!” wordt op alle banken – en in koor – gezongen.

Loonkosten zijn niet het probleem

Professor De Grauwe argumenteerde dat in de Belgische economie de lonen (gecorrigeerd met de productiviteitswinsten) 7% hoger liggen dan het gemiddelde van de eurozone.

Dat klopt. Maar, hierbij zijn twee fundamentele opmerkingen te maken.

Allereerst vergelijkt hij volledige economieën met elkaar, dus ook die sectoren die niet blootstaan aan concurrentie (zoals de openbare diensten, kleinhandel of bouw). Wie een concurrentievergelijking maakt, kijkt misschien beter naar sectoren zoals de industrie. De cijfers die de OESO ons levert, duiden voor een tijdsspanne van tien jaar op een ‘ontsporing’ van 1,7% ten opzichte van de rest van de eurozone in de industrie. Niet echt een handicap te noemen.

Ten tweede moet in een vergelijking met de rest van de eurozone (en de totale economie) altijd rekening gehouden worden met de forse loonmatiging van Duitsland in de dienstensector (niet de industrie!) die het gemiddelde fors naar beneden halen.

Daarnaast blijft het een raadsel hoe een indexsprong banen zou opleveren. Er wordt her en der met studies gezwaaid die stellen dat de indexsprong jobs zou creëren, terwijl andere studies het tegendeel aantonen.

Sommige commentatoren en academici stellen dat het niet klopt dat de koopkracht vrijwaren goed is voor de tewerkstelling. Misschien kan het nuttig zijn om de cijfers van de Europese Commissie te bekijken waaruit blijkt dat de landen met een automatische indexering (België, Malta, Cyprus, Luxemburg) relatief het minst bijgedragen hebben tot de totale stijging van de werkloosheid in de Europese Unie tijdens de crisis.

Meer loonmatiging, meer armoede

Het argument van competitiviteit staat los van de economische realiteit. Het beleid van loonmatiging wordt praktisch opgelegd aan het merendeel van de Europese lidstaten. We zien in deze landen een zelfde evolutie: meer armoede, onzekerheid en precarisering van een ganse bevolkingsklasse.

Maar komt daar exportsucces/meer competitiviteit uit voort? Als een ganse handelszone zichzelf tegelijkertijd verarmt, zichzelf ‘intern devalueert’, is er geen enkele competitiviteitswinst.

Professor Heylen van de UGent verwoordde dit zo: "Concurrentiekracht via loonmatiging blijft in de eerste plaats een relatief gegeven. Hoe sterk men de lonen ook matigt, als andere landen ze parallel matigen staat men qua concurrentiekracht nog altijd nergens. (…) Vanuit ruimer perspectief is dit spel onhoudbaar. Europa heeft dringend een beleid nodig t.a.v. verantwoorde loonvorming."

We zitten dus in een race to the bottom: zowel een economische als een sociale ‘bottom’. Europa als een hond die zijn eigen staart achterna holt en België die met de roedel mee wil spelen.

Lars Vande Keybus, adviseur economische studiedienst federaal ABVV

Gemeenschappelijk vakbondsfront waarschuwt regering en luidt alarmbel!



Het Belgisch gemeenschappelijk vakbondsfront nam kennis van de laatste ontwikkelingen in verband met de begrotingsopmaak.Het waarschuwt de regering en roept haar op de gevaarlijke, moeilijk omkeerbare logica van de werkgeversvertegenwoordigers, meer bijzonder betreffende de lonen en de flexibiliteit, niet te volgen.

Volgens de vakbondsvertegenwoordigers hebben de werkgeversorganisaties de onderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord zwaar bemoeilijkt en ons Belgisch sociaal overlegmodel in gevaar gebracht.

Zo is het bijzonder erg dat de cijfers met betrekking tot de loonkloof t.o.v. onze drie buurlanden tijdens de onderhandelingen gemanipuleerd werden door de werkgevers. Het blijkt inderdaad dat in die cijfers geen rekening gehouden wordt met vijf miljard fiscale en parafiscale subsidies die de bedrijven effectief krijgen.

Al de inspanningen die de werknemers en de sociaal gerechtigden al geleverd hebben om het zogenaamde concurrentievermogen van de ondernemingen te verbeteren, hebben tot op vandaag geen effect gesorteerd en hebben bovendien de Staatsfinanciën en de sociale zekerheid in de problemen gebracht.

Het gemeenschappelijk vakbondsfront eist dan ook dat de trend omgebogen wordt en dat de regering sterke maatregelen neemt. Wat vandaag op onderhandelingstafel ligt, kan geen ernstige basis vormen voor een echte relance.

Voor het gemeenschappelijk vakbondsfront kan er geen sprake van zijn dat het relancebeleid op de rug van de werknemers en de sociaal gerechtigden gevoerd wordt: de afschaffing van de automatische indexering vervangen door een loonstop voor de komende zes jaar en een nog grotere flexibiliteit zijn onaanvaardbaar. Bovendien zullen die werkgeversgerichte maatregelen de situatie alleen maar verergeren, zonder dat de werknemers enige garantie krijgen over het behoud of het scheppen van kwaliteitsvolle banen.

dinsdag 13 november 2012

Diversiteit

Als vakbond hebben we niet deelgenomen aan de focusgroepen die kaderen binnen het diversiteitsplan. De reden hiervoor is dat men volgens het besluit van de Vlaamse regering een werknemersafvaardiging moet voorzien in de werkgroep wat door Nyrstar niet is toegepast. Feiten die naar boven komen in focusgroepen worden verder afgehandeld binnen in een werkgroep. En het is net in die werkgroep waaruit acties voortvloeien en daar willen wij een werknemersafgevaardigde bij hebben zoals bepaald in de wetgeving.

donderdag 8 november 2012

De militarisering van Voka, VBO en andere Unizo's is al een tijdje aan de gang



OPINIE − 03/11/12, 08u19

Duizenden ondernemers zijn op straat gekomen. Virtueel dan, aangestookt door Unizo. Een betoging van ondernemers is, hoe dan ook, een historische primeur. Laat ze er nu nog in slagen, petitiegewijs, Astrid Bryan in te huren, en heel Vlaanderen gaat plat. Het luchtledige wicht is tenslotte ook middenstander, en niet van de minste.

Ondernemers op oorlogspad: het is een aderbreuk in het sociaaloverlegmodel met patina van eeuwen. Allicht deden zij vroeger ook aan politiek, maar altijd in achterkamertjes, of bij een exquis diner in driesterrenrestaurants.Cognacje, sigaartje, meisje: stiekem verenigde werelden, onder een paraplu van pudeur en geoefende onzichtbaarheid. De ondraaglijke lichtheid van verzuiling.

Ineens zijn ondernemers los. Wat heet: F-side van wild onbehagen. Luc Bertrand jongleert schaamteloos met publieke vijandbeelden. Deze vermogensschraper kent geen enkele gêne in zijn stoottroepenmoraal tegen Di Rupo.

Koppensneller.

Rechts pakken, links moraliseren - die doortrapte lafheid.

De militarisering van Voka, VBO en andere Unizo's is al een tijdje aan de gang. Met de crisis als kogelvrije vest? Baron Buysse als aristocratisch wimpel?

Astrid Bryan als strik van wanhoop, wie weet?

Laatst stonden twee bloedmooie Marokkaanse meisjes met rode foulard aan de fabriekspoorten van Ford.
Silhouetten in een striemende kou.

Niks signeersessie, schimmige website, wellicht.
Wel echte adel van verzet.

Hugo Camps

maandag 5 november 2012

Nooit aan gedacht om als minister van Pensioenen aan de stakerspost van Ford te staan?

Dit is een opinie stuk in "de morgen" , een opinie stuk dat kan tellen.


Beste Alexander De Croo,

Onlangs werd je door de vakbond een harteloze boskabouter genoemd. Je vond brugpensioen vanaf vijftig jaar voor de ontslagen Ford Genk-werknemers onverantwoord. Je deed me denken aan een wildplasser. Je wandelde voorbij de uitgetelde Ford-werknemers en je dacht vast: waarom niet, ik moet nu toch hoognodig en deze afgedankte 50-plussers moeten dringend eens wakker geschud worden.

Ik bleef ook mijn kop breken over de vergelijking met een boskabouter. Je bent groot en niet onknap, je hebt geen baard zoals je vader, je draagt geen pinnenmuts, maar misschien heb je thuis wel een paddenstoel waarop je heen en weer zit te wippen. Werd je door de vakbond met een smurf vergeleken, dan kon ik het best begrijpen. Smurfen zijn klein en blauw en hebben een mopper-smurf. Je partij is klein en blauw en heeft Karel De Gucht.

In het begin ging het verbluffend snel voor je. Uit het niets werd je voorzitter van de Open Vld. Maar niets komt altijd uit iets. Dat 'iets' kwam van je vader. Je kunt er niet veel aan doen maar je bent, wat ze noemen, een fils à papa. Een verweesd koningskindje dat probeert om het iedereen naar zijn zin te maken. In het parlement ben je gelukkig niet alleen. Het wemelt daar van de koningskinderen. Je voorzitterschap was er een van vertwijfeling en angst. Je partij staat er op dit moment slechter voor dan ooit, maar ik had de indruk dat het je allemaal niet meer kon schelen. Dat je veel liever in je eentje het bos in wilde wandelen. Na de blamage bij de gemeenteraadsverkiezingen heb je er uiteindelijk de brui aan gegeven. Maar niet voor je jezelf tot vicepremier en minister van Pensioenen had gekroond.

Ik wou dat de Ford-werknemers dat ook konden zeggen: "Ja, aan den band lieten we alles op zijn beloop. We draaiden de schroeven er maar half in en we hielden lange rookpauzes en siësta's in de toiletten. Oh ja, we hebben er ook eens de stekker uitgetrokken. Gewoon om te zien wat het zou geven. En als blijk van dank hebben we ons zelf maar gepromoveerd tot voorman." Ik heb vroeger nog enkele maanden bij het ter ziele gegane Opel gewerkt. Nog nooit heb ik ergens zo intensief moeten werken. Elke dag, elk uur, elk moment hoopte ik zo hard op een stroompanne, een aardbeving of een explosie om die verdomde band maar te doen stoppen. Toen was het al van: wie de band niet kan volgen, wie iets te vaak naar het toilet moet, die vliegt er onherroepelijk uit.

De wanhoopskreet aan jou typeert de arbeider van vandaag. Het is als een gepest kind dat eindelijk de kracht vond om in opstand te komen door stamelend twee woorden te zeggen: 'Harteloze boskabouter'. Nooit aan gedacht om als minister van Pensioenen aan de stakerspost van Ford te staan? Een steunbetuiging door je handen aan het vuur te verwarmen? Al was het maar een uurtje. Wat luisteren naar de mooie herinneringen aan Ford. Hoe de band steeds sneller draaide en hoe ze met zijn allen twaalf procent inleverden voor de redding van hun bedrijf. Zou het niet sympathieker zijn als je iets aan de perceptie kon doen? Namelijk in de media klaar en duidelijk stellen dat het brugpensioen een werkloosheidsuitkering met bedrijfstoeslag is. En geen vrijgeleide om niet meer te moeten werken.