Je moet de afgelopen maanden in een baan rond Jupiter hebben vertoefd om niet te zijn geconfronteerd met twee fenomenen: de hype rond de Rode Duivels en de mediabelangstelling voor de Franse econoom Thomas Piketty. Over het eerste vloeit dezer dagen genoeg inkt, dus daarover zal ik zwijgen.
Met ‘Le capital au XXième siècle’ publiceerde Thomas Piketty een werk van epische proporties dat moeilijk in enkele regels is samen te vatten. Laat me een poging ondernemen. Piketty toont aan dat rijken vooral rijk zijn door de fortuinlijke positie waarmee ze aan de start komen: rijkdom vergaart rijkdom. Vooral in tijden van lage economische groei groeit vermogen makkelijk aan, terwijl het inkomen uit arbeid nauwelijks stijgt.
Piketty stelt dat ongelijkheid (de kloof tussen arm en rijk) het resultaat is van politieke keuzes, eerder dan het gevolg van technologische veranderingen of bredere economische evoluties. Hij constateert dat gedurende slechts één periode in de recente geschiedenis de ongelijkheid daalde: na Wereldoorlog II. Toen werd gekozen voor het opbouwen van een welvaartsstaat. Sinds de jaren ’80 is de ongelijkheid opnieuw toegenomen. Door dereguleringen, privatiseringen en een dalende belasting op hogere inkomens, met andere woorden: door politieke keuzes.
Piketty prikt het ballontje van de ‘American Dream’ door. Dat is ook hoofdreden waarom het boek over de Atlantische oceaan zoveel ophef veroorzaakt. De oplossing die Piketty voor het ongelijkheidsprobleem naar voorschuift, is een vermogensbelasting.
Ook in ons land
Sommige Belgische economen stellen dat ons land weinig te leren heeft van Piketty. Cijfers van de OESO tonen aan dat de ongelijkheid in België bij de laagste in de wereld is – en recent niet is gestegen. Dat is inderdaad een heuglijke vaststelling. Opmerkelijk is echter dat diezelfde economen dag na dag pleiten voor een verlaging van het ‘overheidsbeslag’. Wat in praktijk neer komt op een verlaging van belastingen en het doorvoeren van privatiseringen. En laat Piketty nu nét aantonen dat dat het recept is voor meer ongelijkheid.
Een weinig doordachte redenering dus. Bovendien is er ander cijfermateriaal dat aangeeft dat één en ander niet loopt zoals zou moeten. Uit onderzoek van een andere Franse econoom, Michel Husson, blijkt dat het loonaandeel in onze economie (het loon ten opzichte van het BBP) de afgelopen 25 jaar met 5% is gezakt. Wat betekent dit? Kapitaal wordt steeds belangrijker in onze economie en aangezien kapitaal geconcentreerd zit bij de hogere inkomensklassen verhoogt daarmee de ongelijkheid.
Daarnaast toonde Ive Marx van de Universiteit Antwerpen aan dat de top 5% inkomens in België een even groot vermogen bezitten als de 75% laagste vermogens. In internationale vergelijkingen scoren we daarmee niet dramatisch, maar het feit ‘dat het in andere landen nog veel erger is’ lijkt me een bijzonder zwak argument om niet in te grijpen in België. Waarom beschikken we in België bijvoorbeeld nog steeds niet over een vermogenskadaster waaruit we eindelijk zouden kunnen afleiden wat iedere Belg bezit? Op basis van dit kadaster zou een doorzichtig en rechtvaardig fiscaal regime kunnen worden uitgewerkt.Maar nee, politieke onwil blokkeert al jaren dit dossier. Het zou van Goed Bestuur getuigen, mocht de volgende regering hier werk van maken.Ongelijkheid doet ertoe
Er kunnen heel wat lessen uit het werk van Piketty getrokken worden, ook voor België. Hij toont aan dat structurele sociale correcties, noem het herverdeling, noodzakelijk zijn om ongelijkheid tegen te gaan. Een belangrijk argument in het neoliberale geloof – dat in de jaren ’80 werd gelanceerd door Reagan en Thatcher en nieuw leven werd ingeblazen ten gevolge van de schuldencrisis – raakt kant noch wal: economische ontwikkeling leidt op termijn niet automatisch tot een daling van de ongelijkheid.Hiervoor is een sterke staat nodig, met uitgebouwde publieke voorzieningen, gefinancierd door een progressief belastingsysteem.
Wat Piketty vooral laat zien, is dat ongelijkheid ertoe doet. Hij toont aan dat een hoge mate van inkomensconcentratie geen garantie is voor een hoge algemene welvaart. Hij spreekt ons individueel gevoel van rechtvaardigheid aan. Wanneer een Portugese bouwvakker op een Antwerpse werf 3,5 euro per uur verdient, terwijl zijn CEO er omgerekend per uur 900 euro binnenrijft, beseffen wij dat er iets fundamenteel schort aan het systeem.
Of verder van huis: wij voelen dat het niet fair is dat Belgische supporterstenues worden geproduceerd door een naaister in Bangladesh die geen 130 euro per maand verdient, terwijl de naam die op de achterkant van het shirt prijkt het duizendvoud hiervan binnenhaalt… per week. Dit systeem is niet duurzaam, noch economisch en noch minder sociaal én op termijn niet houdbaar, dat aantonen is de grote verdienste van Thomas Piketty.
(Rudy De Leeuw is voorzitter ABVV.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten