24 mrt 2015
Terwijl politici en centrale bankiers de mond vol hebben over deflatie (goederen en diensten worden goedkoper), krabt Jan-met-de-Pet zich in de haren telkens hij de supermarkt verlaat met minder producten in zijn winkelkarretje dan de vorige maand, terwijl hij wel dezelfde som spendeerde.
‘Need to have’-goederen en diensten (eten, drinken (+21%) elektriciteit (+ 50%), water (+34%)) werden de voorbije 10 jaar ruim 20 tot 50% duurder, terwijl ‘Nice to have’-goederen en diensten (een mobile telefoon (-70%), een televisietoestel (-60%), computerspelletjes, huishoudtoestellen) het voorbije decennium enkel goedkoper werden.
Gevolg: consumenten vermoeden dat de inflatie een pak hoger ligt dan wat hen door hun respectieve overheden wordt verteld. Omdat hun netto inkomen de voorbije 5 jaar amper met 8,5% steeg en al wat nodig is om te leven 20 à 50% duurder werd, krijgen steeds meer gezinnen het moeilijk om rond te komen.
De recente daling van de olieprijs heeft een kleinere impact dan wordt vermoed. De vaak aangehaalde benzineprijs vertegenwoordigt amper 4,5% van de Euro area Harmonised Index of Consumer Prices (HICP) korf.
Hoe de ECB een door consumptie geleid herstel denkt te bewerkstelligen terwijl de prijzen van ‘need to haves’ blijven stijgen en mensen amper meer gaan verdienen, blijft een onbeantwoorde vraag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten