Maatschappelijk wordt er steeds de nadruk op gelegd dat we ons moeten opwerken op de maatschappelijke ladder. Op zich is daar niks mis mee, we mogen ambitie hebben om ons te verbeteren, wanneer dat niet ten koste gaat van anderen.
De adder onder het gras is dat zij die vast werk hebben en eventueel tweeverdiener zijn in hun gezin zich zullen beschouwen als behorende tot de zgn “middenklasse” , die zich helaas soms ook zal afzetten tegen de arbeidende klasse. Rechtse partijen zoals de NV-A en de liberalen focussen hun programma’s graag op die werkende middenklasse die zorgt voor onze welvaart terwijl anderen profiteren.
Wie echter wat kritisch kijkt naar dit gegeven moet tot de vaststelling komen dat de klassenstrijd tussen de “met-twee-verdienende- middenklasse “ en de “lagere “ arbeidersklasse enkel door het kapitaal in leven wordt gehouden. Verdeel en heers zeg maar.
Jonas OWEN hanteert een andere definitie nl.
Wie geen ander mogelijkheid heeft om in zijn onderhoud te voorzien dan zijn arbeidskracht te verkopen, behoort tot de arbeidersklasse. Arbeidersklasse is de klasse van mensen die voor anderen werken om rond te kunnen komen. Zij ontberen de autonomie en de controle over die arbeid.
Wanneer we deze definitie hanteren kunnen we niet anders dan besluiten dat alle werknemers , kaders en uitvoerders ,tot de arbeidersklasse behoren. Wij moeten ons solidair opstellen en een tweedeling niet accepteren.
Samen Sterk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten