zaterdag 25 februari 2012

Soberheid is nu echt geen deugd.


De economieën die de Europese Commissie in de gaten houdt, krimpen. Dat meldt Paul Krugman, New York Times-columnist en de Nobelprijswinnaar economie van 2008.

Vorige week bevestigde de Europese Commissie wat iedereen al vermoedde: de economieën die ze in de gaten houdt, groeien niet maar krimpen. Het is nog geen officiële recessie, maar de enige vraag is hoe sterk de terugval zal zijn. Die terugval treft bovendien landen die zich nog niet van de vorige recessie hadden hersteld. Amerika heeft problemen genoeg, maar zijn bruto binnenlandse product is eindelijk weer boven de piek van voor de crisis gestegen. In Europa is dat niet gebeurd. En sommige landen lijden het soort van pijn dat we met de Grote Depressie associëren: in Griekenland en Ierland is het BBP met meer dan 10 procent gedaald, Spanje heeft een werkloosheid van 23 procent, Groot-Brittannië zit nu al langer in het dal dan in de jaren 30.

Nog erger is dat de Europese leiders - en veel invloedrijke spelers in de VS - zich blijven vastklampen aan de economische doctrine die deze ramp veroorzaakt heeft. Want het had anders gekund. Griekenland zou hoe dan ook in de problemen zitten, ongeacht de beleidsbeslissingen die het had genomen, en dat geldt ook in mindere mate voor andere landen van de Europese periferie. Maar men heeft het allemaal veel erger gemaakt dan nodig. Dat is de schuld van de manier waarop de leiders en de politieke elite van Europa moralisme boven analyse hebben verkozen en fantasieën boven de lessen van de geschiedenis.

In het begin van 2010 werd de economie van de soberheid, het idee dat regeringen zelfs bij een hoge werkloosheid in de uitgaven moesten snoeien, de grote rage in de Europese hoofdsteden. De doctrine zei dat de rechtstreekse negatieve gevolgen van besparingen voor de werkgelegenheid gecompenseerd zouden worden door een ommekeer van het "vertrouwen". Brutale bezuinigingen zouden de uitgaven van de consumenten en de bedrijven bevorderen. Landen die niet bespaarden, zouden het slachtoffer worden van kapitaalvlucht en torenhoge renten. Klinkt dat als iets wat Herbert Hoover in de jaren 30 had kunnen zeggen? Jawel, en hij heeft het inderdaad gezegd.

Nu kennen we de resultaten - en ze zijn precies wat drie generaties van economische analyses en geschiedenislessen voorspelden. Het vertrouwen blijft uit. In geen enkel land dat bespaart, is de privé-sector opgeleefd. Integendeel, een terugval van de particuliere uitgaven heeft het depressieve effect van de fiscale soberheid versterkt. Bovendien willen de obligatiemarkten nog altijd niet meewerken. Zelfs de beste leerlingen van de soberheidsklas, landen als Portugal en Ierland, die alles hebben gedaan wat men van hen vroeg, blijven hun leningen peperduur betalen. Waarom? Omdat de besparingen hun economie in een diepe depressie hebben gedompeld en ze zoveel minder belastingen innen dat de verhouding schuld/BrutoBinnenlandsProdukt , de gebruikelijke indicator van fiscale vooruitgang, slechter in plaats van beter wordt. Intussen kunnen landen die niet besparen, met Japan en de Verenigde Staten als illustere voorbeelden, ondanks de sombere voorspellingen van de fiscale haviken nog altijd spotgoedkoop lenen.

Gelukkig is niet alles verkeerd gegaan. Vorig jaar schoten de Spaanse en Italiaanse leningkosten de hoogte in en dreigde er een algemene financiële instorting. Die kosten zijn nu weer gedaald, tot opluchting van iedereen. Maar dat goede nieuws was in feite een triomf van de anti-soberheid: Mario Draghi, de nieuwe voorzitter van de Europese Centrale Bank, heeft de waarschuwingen voor inflatie genegeerd en de kredietkraan opengedraaid. En dat was net wat we nodig hadden.

Wat moet er gebeuren om de Coalitie van de Pijn, de mensen aan beide kanten van de Atlantische Oceaan die volhouden dat besparen de weg naar de welvaart is, te doen inzien dat ze zich vergist? Toen de inspanningen van president Obama niet hielpen om de werkloosheid snel te doen dalen, waren de gebruikelijke verdachten er als de kippen bij om te verklaren dat fiscale prikkels voorgoed hadden afgedaan (ook al hadden veel economen vooraf gewaarschuwd dat de stimulus te klein was). Maar nu soberheid een rampzalig fiasco blijkt te zijn, vinden ze dat nog altijd een verantwoorde en noodzakelijke aanpak.

In werkelijkheid zouden we veel kunnen doen om onze economieën te herstellen, gewoon door het destructieve soberheidsbeleid van de twee voorbije jaren om te keren. Dat geldt zelfs voor Amerika, dat drastische besparingen op federaal niveau heeft vermeden maar wel flink het mes gezet heeft in de uitgaven van de staten en de lokale overheden. Men heeft beweerd dat er op korte termijn niet genoeg projecten zouden zijn om een grootschalig stimulusbeleid haalbaar te maken. Dat is een schijnprobleem: om de economie een sterke impuls te geven, volstaat het dat de federale regering de lagere overheden steunt, zodat zij de honderdduizenden ontslagen leerkrachten weer kunnen aanwerven en de stopgezette bouw- en onderhoudsprojecten weer kunnen starten. Ik begrijp dat invloedrijke mensen niet graag toegeven dat een beleid dat zij wijs vonden in feite pure waanzin in. Maar het is tijd om af te stappen van het blinde geloof in de deugden van soberheid in een depressieve economie.

Geen opmerkingen: